Lentehuisje (1) / Casa di primavera (1)

‘Ja, dat klopt, mensen zijn blij dat we gewoon open zijn, dat biedt toch een beetje troost’. Banketbakkerij Jan de Groot, tegenover Den Bosch CS, is de enige winkel in de straat die deze zaterdagmorgen open is. Voor de zaak staat een keurig rijtje op gepaste afstand. Verder is er, op een zwerver na, geen hond op straat. Met een doos ‘echte Bossche bollen’, loop ik voldaan weer naar mijn auto. Gewoon nog steeds voor €2,40 per stuk. Geen geld eigenlijk.

Vanaf Den Bosch rijd ik naar Vught. In de hal van de flat doet mijn moeder de deur open. Ik had net de verse asperges op de deurmat gelegd. We zwaaien en ik ben snel weer weg. De asperges komen van de familie Leyten, aspergeboer in Alphen. Al jaren is iedereen van ‘t Muldersnest daar vaste klant. De zaken lopen goed. Ook hier was een zigzag-rij tot op de straat.

Zigzaggen voor asperges

‘t Muldersnest is een familiehuisje midden in het bos. Door de bomen heen kun je de Regte Heide zien. De Keltische grafheuvels getuigen van culturen van ver voor Christus. Op ons terrein ligt ook zo’n grafheuvel. Een paar jaar geleden hebben we daar Tante Nini begraven. Het huisje was heel lang van haar alleen. Mijn vader mocht er twee weken per jaar op vakantie met ons. Als kind kan ik me nog goed herinneren dat er een stoffige weg dwars door het terrein liep. Op oude kaarten is de weg nog te vinden. Tante vond dat maar niks. Sluw als ze was, sloot ze de toegang af met prikkeldraad en vogelwal. Niemand heeft het pad ooit gemist. Vijftig jaar later is het volledig in het bos opgegaan. Alleen als je het weet, kun je het nog traceren. Echter, ‘het recht van overpad is inmiddels ruim verjaard’. Je hoort het Mr. Frank Visser zeggen…

Het recht van overpad is inmiddels ruim verjaard

Vandaag zitten we al weer drie weken in ’quarantaine’ op ‘t Muldernest. We zijn terug in de jaren 50. Er is geen televisie en geen afwasmachine. In de keuken kan elk moment Swiebertje binnenkomen. Natuurlijk hebben we wel WiFi en Facebook, maar we maken er eigenlijk weinig gebruik van. De crises gaat ons grotendeels voorbij. Zoals zo velen leven we ons uit op de meest heerlijke gerechten. Gisteren nog een poulet de Bresse van de Sligro met morilles en vin jaune. Vandaag een lunch met asperges, zalm en oeufs Benedict.

De keuken van Saartje

De vraag naar mondkapjes neemt niet af. Agnes heeft er nu zo’n 100 genaaid. Maar dit wordt nu wel de laatste lichting. Het wordt tijd om weer toilettasjes te maken en vooruit te kijken. De meeste dramatische voorspellingen van de specialisten komen gelukkig niet uit. Toch ziet het er naar uit dat we voorlopig niet naar Italië kunnen. Zeker zolang Frankrijk dicht zit. Het is opvallend dat bij de katholieken het glas half leeg is en bij de protestantse landen half vol. Dat zou je toch niet verwachten.

Dat de slimme Hollandse aanpak beter blijkt dan de Belgische is daarentegen weer geen verrassing. Afgelopen vrijdag was mijn vriend Wim op bezoek. Hij woont hemelsbreed vier kilometer verderop in Poppel, België. Zijn Duitse vriendin mocht niet mee, want alleen Wim heeft een werkvergunning voor Nederland. Zijn dochter kon wel mee, maar niet terug naar België. Onzinnig allemaal, maar het kwam niet slecht uit. De vrijmibo met de jaarclub via Zoom was toch niet aan de dames besteed. Wim gaat volgende week trouwen voor de wet. In België. Dat kan nog wel. Hij wil dat met kreeft vieren. We zijn niet enthousiast. Kreeft moet je in juli eten.

Wim en Anton aan het Zoom-en

Monte Rosa?

“Quello? Quello è il Monte Bianco”, zegt Gerardo. Gerardo is de vader van onze buurman Elton. Gerardo is mijn voorbeeld Italiaan, zelfverzekerd, mooie snor. Bij Gerardo schijnt altijd de zon.

Ik heb hem net gevraagd of hij weet op welke bergen wij uitkijken. Gerardo zal het toch wel weten. Hij woont hier al zijn hele leven. Toch twijfel ik. Mijn kompas wijst naar het Noorden. Dat wijst eerder op het Monte Rosamassief of de Cervino. De Mont Blanc is toch meer naar het Noordwesten. Maar wie ben ik om te twijfelen aan het oordeel van een geboren en getogen residente da Ponti?

Uitzicht Ponti

Toch vind ik geen rust. Het is nu al onze derde zomer in Ponti. Het is één van die zeldzame kristalheldere dagen in augustus. Tussen twee heuvels doemen de sneeuwtoppen weer op. Nog steeds kan ik mijn gasten geen zekerheid geven. Ik besluit dat ik zo’n zomer niet nog eens wil meemaken. Ik overleg met Agnes en ze vindt het een goed idee. We rijden er naar toe!

Zo gezegd zo gedaan. Agnes boekt twee nachten aan de voet van de Monte Rosa. Twee dagen later zitten we in de auto op weg naar Gressoney-La-Trinité. Onderweg houden we het gebergte zo goed als mogelijk in de gaten. Als we de autostrada verlaten zijn de sneeuwtoppen inmiddels volledig uit zicht. Het blijft spannend. We moeten nog 40 kilometer het Walsertal in. Het is een merkwaardig dal. We zijn nog steeds in Italië, maar de plaatsnamen zijn Frans of Duits.

Anton op de Birckenstocks

Rond vier uur arriveren we bij Residenza Le Marmotte in Staffal op 1.820 meter. Agnes heeft het perfect geregeld. Verder in het dal kunnen we niet. De weg stopt voor onze deur. We pakken uit en genieten nog een kwartier van de zon. Dan koelt het rap af. Na vier maanden nemen we afscheid van de Birkenstocks en trekken de Meindls aan. De zon schijnt nog op de besneeuwde toppen. Ze zien er anders uit, maar dat is logisch, bedenk ik. Morgen verder op onderzoek!

Ik heb Agnes wel eens vaker de bergen ingelokt. Niet altijd met succes. Stijgen gaat wel, zij het onder luid protest, maar met dalen heeft ze veel moeite. Het moest dus een lichte wandeling worden. Uiteindelijk lukt het me toch om haar voor een ‘medium’ wandeling te strikken. Per slot van rekening moet ik zelf ook een beetje aan mijn trekken komen. Tact is vervolgens van levensbelang. Bij de eerste klachten over te steile paadjes moet ik niet direct opgeven. “Voorbij de boomgrens wordt het altijd vlakker” maak ik Agnes wegwijs.

Agnes is moe

Na drie uur bereiken we een uitgestrekte alpenweide. Hier heerst het rijk van de Marmotten. Met scherpe fluitsignalen kondigen ze onze komst aan. Op enige afstand ontwaar ik een berghut. “Ga jij maar”, zucht Agnes, “ik kan niet meer”. Tijd om mijn tweede troef te spelen, en ik roep: “Achter de hut is het Lago, daar kan Frommel lekker zwemmen!” Binnen een kwartier genieten we samen van een zuppa di gulash in het ‘Adler’s Nest’. Het nest biedt prachtig uitzicht op diverse sneeuwtoppen van de Monte Rosa. Ik maak wel 30 foto’s. Ik twijfel. Soms lijkt het op ons uitzicht vanuit Ponti, dan weer niet…

img_0234

De volgende ochtend zitten we aan de koffie bij het barretje om de hoek. We genieten nog na van de wandeling, maar ik heb nog steeds geen zekerheid. Ik laat mijn wazige ingezoomde iPad foto van ons uitzicht in Ponti aan het personeel zien. “Sorry, I don’t know for sure, but Alessandro knows and he will be here in a few minutes”. Vijf minuten later arriveert Alessandro. Naast bareigenaar, is hij berggids en reddingswerker. Hij heeft zo meteen een klimexamen maar heeft wel even tijd om naar mijn scherm te kijken. Met kloppend hart toon ik hem de foto. Alessandro herkent de silhouetten van de bergkammen direct. “On the left is Castore, in the middle the two Lyskamms and on the right the Gnifetti peak. Behind that peak you can see the Dufourspitze”. Ik ben met stomheid geslagen. Hij beschrijft het complete Monte Rosamassief! Zeer voldaan rijden we terug naar Ponti, nog 200 kilometer….

aeb09345-ca6f-4818-b012-79b05f939969