‘Ja, dat klopt, mensen zijn blij dat we gewoon open zijn, dat biedt toch een beetje troost’. Banketbakkerij Jan de Groot, tegenover Den Bosch CS, is de enige winkel in de straat die deze zaterdagmorgen open is. Voor de zaak staat een keurig rijtje op gepaste afstand. Verder is er, op een zwerver na, geen hond op straat. Met een doos ‘echte Bossche bollen’, loop ik voldaan weer naar mijn auto. Gewoon nog steeds voor €2,40 per stuk. Geen geld eigenlijk.
Vanaf Den Bosch rijd ik naar Vught. In de hal van de flat doet mijn moeder de deur open. Ik had net de verse asperges op de deurmat gelegd. We zwaaien en ik ben snel weer weg. De asperges komen van de familie Leyten, aspergeboer in Alphen. Al jaren is iedereen van ‘t Muldersnest daar vaste klant. De zaken lopen goed. Ook hier was een zigzag-rij tot op de straat.

‘t Muldersnest is een familiehuisje midden in het bos. Door de bomen heen kun je de Regte Heide zien. De Keltische grafheuvels getuigen van culturen van ver voor Christus. Op ons terrein ligt ook zo’n grafheuvel. Een paar jaar geleden hebben we daar Tante Nini begraven. Het huisje was heel lang van haar alleen. Mijn vader mocht er twee weken per jaar op vakantie met ons. Als kind kan ik me nog goed herinneren dat er een stoffige weg dwars door het terrein liep. Op oude kaarten is de weg nog te vinden. Tante vond dat maar niks. Sluw als ze was, sloot ze de toegang af met prikkeldraad en vogelwal. Niemand heeft het pad ooit gemist. Vijftig jaar later is het volledig in het bos opgegaan. Alleen als je het weet, kun je het nog traceren. Echter, ‘het recht van overpad is inmiddels ruim verjaard’. Je hoort het Mr. Frank Visser zeggen…

Vandaag zitten we al weer drie weken in ’quarantaine’ op ‘t Muldernest. We zijn terug in de jaren 50. Er is geen televisie en geen afwasmachine. In de keuken kan elk moment Swiebertje binnenkomen. Natuurlijk hebben we wel WiFi en Facebook, maar we maken er eigenlijk weinig gebruik van. De crises gaat ons grotendeels voorbij. Zoals zo velen leven we ons uit op de meest heerlijke gerechten. Gisteren nog een poulet de Bresse van de Sligro met morilles en vin jaune. Vandaag een lunch met asperges, zalm en oeufs Benedict.

De vraag naar mondkapjes neemt niet af. Agnes heeft er nu zo’n 100 genaaid. Maar dit wordt nu wel de laatste lichting. Het wordt tijd om weer toilettasjes te maken en vooruit te kijken. De meeste dramatische voorspellingen van de specialisten komen gelukkig niet uit. Toch ziet het er naar uit dat we voorlopig niet naar Italië kunnen. Zeker zolang Frankrijk dicht zit. Het is opvallend dat bij de katholieken het glas half leeg is en bij de protestantse landen half vol. Dat zou je toch niet verwachten.
Dat de slimme Hollandse aanpak beter blijkt dan de Belgische is daarentegen weer geen verrassing. Afgelopen vrijdag was mijn vriend Wim op bezoek. Hij woont hemelsbreed vier kilometer verderop in Poppel, België. Zijn Duitse vriendin mocht niet mee, want alleen Wim heeft een werkvergunning voor Nederland. Zijn dochter kon wel mee, maar niet terug naar België. Onzinnig allemaal, maar het kwam niet slecht uit. De vrijmibo met de jaarclub via Zoom was toch niet aan de dames besteed. Wim gaat volgende week trouwen voor de wet. In België. Dat kan nog wel. Hij wil dat met kreeft vieren. We zijn niet enthousiast. Kreeft moet je in juli eten.
