Monte Rosa?

“Quello? Quello è il Monte Bianco”, zegt Gerardo. Gerardo is de vader van onze buurman Elton. Gerardo is mijn voorbeeld Italiaan, zelfverzekerd, mooie snor. Bij Gerardo schijnt altijd de zon.

Ik heb hem net gevraagd of hij weet op welke bergen wij uitkijken. Gerardo zal het toch wel weten. Hij woont hier al zijn hele leven. Toch twijfel ik. Mijn kompas wijst naar het Noorden. Dat wijst eerder op het Monte Rosamassief of de Cervino. De Mont Blanc is toch meer naar het Noordwesten. Maar wie ben ik om te twijfelen aan het oordeel van een geboren en getogen residente da Ponti?

Uitzicht Ponti

Toch vind ik geen rust. Het is nu al onze derde zomer in Ponti. Het is één van die zeldzame kristalheldere dagen in augustus. Tussen twee heuvels doemen de sneeuwtoppen weer op. Nog steeds kan ik mijn gasten geen zekerheid geven. Ik besluit dat ik zo’n zomer niet nog eens wil meemaken. Ik overleg met Agnes en ze vindt het een goed idee. We rijden er naar toe!

Zo gezegd zo gedaan. Agnes boekt twee nachten aan de voet van de Monte Rosa. Twee dagen later zitten we in de auto op weg naar Gressoney-La-Trinité. Onderweg houden we het gebergte zo goed als mogelijk in de gaten. Als we de autostrada verlaten zijn de sneeuwtoppen inmiddels volledig uit zicht. Het blijft spannend. We moeten nog 40 kilometer het Walsertal in. Het is een merkwaardig dal. We zijn nog steeds in Italië, maar de plaatsnamen zijn Frans of Duits.

Anton op de Birckenstocks

Rond vier uur arriveren we bij Residenza Le Marmotte in Staffal op 1.820 meter. Agnes heeft het perfect geregeld. Verder in het dal kunnen we niet. De weg stopt voor onze deur. We pakken uit en genieten nog een kwartier van de zon. Dan koelt het rap af. Na vier maanden nemen we afscheid van de Birkenstocks en trekken de Meindls aan. De zon schijnt nog op de besneeuwde toppen. Ze zien er anders uit, maar dat is logisch, bedenk ik. Morgen verder op onderzoek!

Ik heb Agnes wel eens vaker de bergen ingelokt. Niet altijd met succes. Stijgen gaat wel, zij het onder luid protest, maar met dalen heeft ze veel moeite. Het moest dus een lichte wandeling worden. Uiteindelijk lukt het me toch om haar voor een ‘medium’ wandeling te strikken. Per slot van rekening moet ik zelf ook een beetje aan mijn trekken komen. Tact is vervolgens van levensbelang. Bij de eerste klachten over te steile paadjes moet ik niet direct opgeven. “Voorbij de boomgrens wordt het altijd vlakker” maak ik Agnes wegwijs.

Agnes is moe

Na drie uur bereiken we een uitgestrekte alpenweide. Hier heerst het rijk van de Marmotten. Met scherpe fluitsignalen kondigen ze onze komst aan. Op enige afstand ontwaar ik een berghut. “Ga jij maar”, zucht Agnes, “ik kan niet meer”. Tijd om mijn tweede troef te spelen, en ik roep: “Achter de hut is het Lago, daar kan Frommel lekker zwemmen!” Binnen een kwartier genieten we samen van een zuppa di gulash in het ‘Adler’s Nest’. Het nest biedt prachtig uitzicht op diverse sneeuwtoppen van de Monte Rosa. Ik maak wel 30 foto’s. Ik twijfel. Soms lijkt het op ons uitzicht vanuit Ponti, dan weer niet…

img_0234

De volgende ochtend zitten we aan de koffie bij het barretje om de hoek. We genieten nog na van de wandeling, maar ik heb nog steeds geen zekerheid. Ik laat mijn wazige ingezoomde iPad foto van ons uitzicht in Ponti aan het personeel zien. “Sorry, I don’t know for sure, but Alessandro knows and he will be here in a few minutes”. Vijf minuten later arriveert Alessandro. Naast bareigenaar, is hij berggids en reddingswerker. Hij heeft zo meteen een klimexamen maar heeft wel even tijd om naar mijn scherm te kijken. Met kloppend hart toon ik hem de foto. Alessandro herkent de silhouetten van de bergkammen direct. “On the left is Castore, in the middle the two Lyskamms and on the right the Gnifetti peak. Behind that peak you can see the Dufourspitze”. Ik ben met stomheid geslagen. Hij beschrijft het complete Monte Rosamassief! Zeer voldaan rijden we terug naar Ponti, nog 200 kilometer….

aeb09345-ca6f-4818-b012-79b05f939969